“Panic Day? Was dat maar waar! Eerder panic month. Of panic period…”. De HR-manager lachte als een boer met kiespijn. “Weet je hoe vaak ik de afgelopen maanden de lijn spreek dat hun mensen in volstrekte paniek rondlopen sinds de transitie is gestart? Zelfs de meest ervaren mensen vergeten de eenvoudigste taken. Dat is toch ongelofelijk? Blinde paniek in de tent. Iedereen de weg kwijt. En het is wel het laatste dat we kunnen gebruiken. We zitten midden in een verandering, dat kost al energie genoeg. Dat is geen panic day, dat is panic punt.”
De HR-manager deed zijn armen over elkaar. “En weet je wat ik dan helemaal frustrerend vindt? Dat er niks anders opzit dan pas op de plaats maken totdat de paniek over is. Maar zo komt er toch nooit iets van die verandering terecht?”
Paniek in de tent dus. Deze manager is niet de enige die dat met lede ogen aanziet.
Over panic in organisaties tijdens een verandering kunnen we kort zijn. Het is normaal. Volkomen logisch. Volstrekt voorspelbaar. Sterker nog: noodzakelijk als je wilt veranderen.
Als je verandert, MOET je oud gedrag, oude manieren, oude gewoontes en patronen loslaten, anders verandert er niks. Dat is noodzakelijk voor verandering. Dat betekent ook dat er altijd (altijd) een periode is waar die oude gewoontes en routines weg zijn terwijl er nog geen nieuwe manieren, gewoontes en patronen zijn. En ja: dan ontstaat er paniek. Blinde paniek soms. In die niet-weten-fase is het heel logisch dat mensen de kluts kwijt zijn. Alsof de hele organisatie met een blackout bij wiskunde voor het bord staat. Dat je mensen zichzelf nogal incompetent en zelfs dom voelen (of elkaar). Heel normaal. Dat kun je zelfs voorspellen.
“Je bedoelt dat die paniek bij veranderen hoort?” vroeg de HR-manager die we hier iets over uitlegden.
Precies.
“En dat je dus juist helemaal niet moet proberen om al die paniek te voorkomen…??? Want dat is wat we nu doen.”
Precies.
“En dan moet je dat gewoon allemaal maar laten gebeuren? Nee toch mag ik hopen?”
Eens. Het allereerste dat helpt om die niet-weten-fase te beperken tot wat nodig is, is mensen uitleggen en voorspellen dat dit gaat gebeuren. Dat het erbij hoort. Dat de kluts kwijtraken en in paniek zijn niks zegt over jezelf, behalve dat je in verandering bent. Dat het ook niks zegt over de inhoud van de verandering, over je collega’s of over de leiding. Het is normaal en noodzakelijk.
Er zijn trouwens wel meer signalen tijdens een verandering, behalve paniek, die volkomen normaal zijn. Goede signalen voor de verandering zelfs die, net als paniek, vaak ten onrechte worden opgevat als juist ongewenst voor de verandering. Met de beste intenties wordt weggemanaged, gewacht, gestopt of gesust terwijl je juist op de goede weg bent. Waardoor verandering zelfs steeds moeilijker wordt.
Die signalen kun je eenvoudig herkennen. Als je weet waar je moet kijken. Wij weten waar je moet kijken. En wij weten ook hoe je met die normale maar ondertussen soms verdomd lastige bewegingen je voordeel kunt doen.
Geef een reactie